Intense dagen op intensieve zorgen

Intensieve zorgen

Dossier: De laatste zorg

Op kritieke afdelingen zijn overlijdens een deel van de dagelijkse routine. De eerste prioriteit is dan tijd vrijmaken voor de patiënt en diens familie, maar dat is niet altijd eenvoudig, want ook de zorg voor de rest van de afdeling moet blijven doorlopen, vertellen Matthias Loverie, referentieverpleegkundige palliatieve zorg, en Anaïs Temmerman, verpleegkundige, van de afdeling intensieve zorgen in ASZ Aalst. Maar als je als team goed samenwerkt, kan er een mooie balans ontstaan tussen zorgen voor de patiënten en hun families, zonder daarbij jezelf uit het oog te verliezen.  

Matthias: “Op intensieve zorgen ligt het aantal overlijdens redelijk hoog, maar niet elk overlijden gaat gepaard met palliatieve zorg. Soms ontstaat er een noodsituatie en overlijdt een patiënt zonder dat we daar eigenlijk iets aan kunnen doen – denk maar aan bepaalde complicaties, of patiënten waarvan het lichaam gewoon opgeeft. In die gevallen kan je maar weinig doen.”  

Matthias Loverie, referentieverpleegkundige palliatieve zorg, ASZ Aalst

Bij patiënten waarbij we overwegen om over te gaan op comforttherapie, spreken we eerst met de familie. Dat gesprek wordt met de arts gevoerd en gespreid over drie of vier dagen, zodat de familie tijd heeft om bij elkaar te zitten en na te denken over wat de patiënt zelf gewild zou hebben, als die het zelf niet meer kan zeggen. Als dan de afspraak wordt gemaakt om te starten met comforttherapie stoppen we alle levensnoodzakelijke medicatie en zetten we enkel nog in op slaap- en pijnmedicatie. Voor patiënten in een kunstmatige coma is die weg iets korter dan voor patiënten die nog wakker zijn. Bij hen werken we samen met het palliatief supportteam. Zij zorgen er mee voor dat de patiënt zelf ook nog de tijd kan nemen om afscheid te nemen en dan op een zachte manier kan overlijden.”  

Zorgen voor familie   

Anaïs: “Overlijdens komen op deze afdeling nooit echt onverwacht. We hebben vaak een realistisch beeld van de situatie omdat we patiënten achteruit zien gaan. Het kan frustrerend zijn om te zien dat wat je doet niet meer helpt, maar dat went ook. 

Dan rest er vooral het begeleiden van de familie, want je stapt tijdens zo’n opname toch een beetje mee in hun verhaal. Gisteren had ik nog een gesprek over het opstarten van palliatieve sedatie, wat bij de familie uiteraard voor veel vragen zorgt. Je kan dan niet meer doen dan uitleg geven en hen zo goed mogelijk bijstaan.”  

Matthias: “We proberen daar altijd tijd voor vrij te maken, maar soms is het te druk. Meestal verzorg je als verpleegkundige twee of drie patiënten per shift, en die patiënten zijn er ook nog als je ergens een comforttherapie of palliatieve sedatie opstart. Dat kan ervoor zorgen dat er niet altijd genoeg ruimte is om de familie voldoende te begeleiden.”  

Anaïs: “Op die momenten is het fijn als je ziet dat collega’s je werk bij de andere patiënten even overnemen. Soms gebeuren er nu eenmaal twee dingen tegelijkertijd en kan of wil je niet kiezen. Dat collega’s dat zien en dan inspringen, dat is fijn. Een goed team is heel belangrijk. 

Anaïs Temmerman, Verpleegkundige intensieve zorgen,
ASZ Aalst

Het is ook van die collega’s dat ik het meeste geleerd heb over palliatieve zorg en hoe je kan omgaan met families, door hen aan het werk te zien en te horen wat zij zeggen. En door het zelf te doen natuurlijk. Ik probeer er altijd bij stil te staan wat ik zelf zou willen horen als ik in die kamer zou staan, of wat ik zelf zou willen dat ze doen met mij. Als je van dat uitgangspunt vertrekt, en je hebt respect voor je patiënt en aandacht voor comfort, kan je weinig verkeerd doen.” 

Zorgen voor jezelf  

Matthias: “Het kan gebeuren dat ik thuis nog eens aan bepaalde situaties terugdenk, maar over het algemeen kan ik wat er op de afdeling gebeurt makkelijk van mij afzetten. Al hangt dat ook van patiënt tot patiënt af: het overlijden van mensen op respectabele leeftijd kan ik beter plaatsen dan bijvoorbeeld de jonge man van twintig die hier enkele weken na een verkeersongeval gestorven is.”  

Anaïs: “Patiënten kunnen je ook bijblijven op een positieve manier. Gisteren overleed iemand die al heel lang bij ons was, met ups en downs. Dat overlijden komt dan wel binnen, maar je kan er ook rust in vinden als iemand alle kansen heeft gehad en je je erin kan vinden dat het goed geweest is en dat die patiënt in alle comfort is kunnen gaan.”  

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.