Ellen De Wandeler: Waar zijn al die verpleegkundigen?

Column Ellen Wandeler

Tijdens een recent overleg zei iemand me: “Je moet niet willen veranderen wat je niet kan veranderen en je moet geen inspraak wensen waar dat niet mogelijk is. De zaken zijn wat ze zijn.” Dat kwam binnen. Maar het riep ook vragen op. Is dit de manier waarop vandaag binnen zorginstellingen naar verpleegkundigen gekeken wordt? En vooral: hoe kunnen we dit veranderen? 

Ellen De Wandeler, algemeen coördinator Netwerk Verpleegkunde

Als we die vragen willen beantwoorden, moeten we starten bij wat we als verpleegkundigen zelf in de hand hebben. Directies en andere zorgverleners moeten meer vertrouwen in de verpleegkunde stellen. Maar we moeten het ook verdienen. Worden de verwachtingen van verpleegkundigen niet ingelost binnen een interprofessioneel team of op het beleidsniveau, dan moeten we naar onszelf durven kijken. We lezen in de media het ene bericht na het andere over ons beroep. Enerzijds over de nood aan voldoende kwalitatieve opleidingen, die een stevige theoretische basis en het vervaardigen van competenties in het werkveld combineren. Anderzijds over het zware tekort aan verpleegkundigen. 

“Maar we vinden ze niet, die verpleegkundigen”, klinkt het vaak. Nochtans staat deze stelling haaks op cijfers van de OESO. Daaruit blijkt dat het gemiddelde aantal verpleegkundigen in OESO-landen 88 per 10.000 inwoners is. In ons land gaat het om 112 per 10.000 inwoners, voor Vlaanderen en Wallonië respectievelijk om 118 en 109 verpleegkundigen per 10.000 inwoners. Als we kijken naar de bezettingsgraad zien we een OESO-gemiddelde van 75,2 procent. Voor België ligt dat cijfer op 81,8 procent. Europees gezien spreken we over acht patiënten per verpleegkundige op acute diensten, in België over 9,4 patiënten per verpleegkundige. Opvallend: 96 procent van de verpleegkundigen geeft aan dat ze tijdens hun laatste shift niet-verpleegkundige taken uitvoeren. Taken die niet tot de kern van hun beroep horen, zoals het opdienen en afruimen van maaltijden (82 procent), patiëntenvervoer binnen het ziekenhuis (61 procent) of het bestellen van voorraad en materiaal (57 procent). 

Er moet verandering komen in de manier waarop verpleegkundigen vandaag werken. Dat kan niet anders, gezien de enorme zorgvraag die de komende jaren op ons afkomt. Ten eerste en fundamenteel daarvoor is de gestructureerde equipe waarbinnen een verpleegkundige bepaalt welke zorgen aan wie gedelegeerd worden. Andere gezondheidszorg- en niet-gezondheidszorgberoepen kunnen deel uitmaken van dit team onder verpleegkundig leiderschap. 

Ten tweede moet de positie van de verpleegkundige in de organisatie terug versterkt worden. Historisch verzekerden ‘zusters’ zowel het management en de organisatie van de zorg. Inmiddels is deze aansturingsrol aanzienlijk uitgehold. Echter wil men de zorg kwaliteitsvol georganiseerd zien en het beroep aantrekkelijker maken, dan is het van belang dat de verpleegkundige terug een prominente rol in het management en de organisatie kan opnemen.   

Doen we dit niet? Dan zullen anderen klaar staan om deze opdracht voor ons in te nemen en missen we een cruciale taak in het aantrekkelijk houden en doorgroeikansen creëren binnen zorginstellingen voor verpleegkundigen. Willen we verandering, dan zal ook meer financiële transparantie nodig zijn, samen met een hogere betrokkenheid van vertegenwoordigers in de zorginstellingen en het federaal en Vlaams beleid. Verpleegkundigen verdienen de ondersteuning die ze nodig hebben bij het uitoefenen van puur verpleegkundige taken. Dit zal automatisch het budget beïnvloeden. Maar verandering, dat moet en dat zal gebeuren. 

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.