Maken huisdieren echt gelukkiger en gezonder?

dieren in de zorg

Hoever staat de wetenschap als het gaat om animal assisted interventions en huisdieren in zorginstellingen? INFUUS legde het oor te luisteren bij Mayke Janssens, onderzoekster aan de Open Universiteit.

Hoeveel initiatieven er ook zijn om dieren in te zetten in de zorgsector, de onderbouwing ervan is vaak nog beperkt. En datzelfde geldt voor het houden van huisdieren. Vaak wordt gegooid met stellingen als ‘huisdieren maken gelukkiger’ en ‘huisdieren zijn goed voor de gezondheid’, maar zo eenduidig is het niet, volgens Mayke Janssens, die bij de vakgroep Levenslooppsychologie van de Open Universiteit onderzoek voert naar het houden van huisdieren.  

Wat zegt de wetenschap over viervoeters in de zorgsector?  

Mayke “Er zijn een heleboel mensen bezig met onderzoek naar Animal Assisted Interventions, zowel in het ziekenhuis als in het onderwijs, maar het hinkt wat achterop op het werkveld. Het concept is ontstaan in de praktijk, en pas daarna zijn mensen beginnen zoeken naar bewijzen. Uit die onderzoeken komt vaak wel dat het werkt voor bepaalde doelgroepen, maar een belangrijkere vraag, die nog niet beantwoord werd, is: waarom werkt het? En, wat ik heel belangrijk vind, hebben we dat dier daarvoor wel echt nodig?”   

Hoeveel is er geweten over het houden van huisdieren in het algemeen?  

Mayke Janssens (Open Universiteit)

Mayke: “Daar doe ik zelf onderzoek naar. Ik wil erachter komen wat een dier betekent, wat het met je doet en wat er nog bovenop moet komen om dat effect te bereiken. Daarvoor werk ik met een hoop huisdiereigenaars, die doorheen de dag doorgeven wat ze aan het doen zijn, met wie, hoe ze zich voelen en of hun huisdier aanwezig is.  

Uit dat onderzoek is bovendien ook gebleken dat de aanwezigheid van en de interactie met huisdieren wel effect hebben op onze emoties, maar allebei op een andere manier. De aanwezigheid van een huisdier zorgt ervoor dat negatieve emoties wat minder worden, en heeft eigenlijk geen effect op positieve emoties. Dat terwijl interactie met een huisdier je positieve emoties verhoogt, maar niets doet met negatieve emoties. Het is dus niet zo zwart/wit. Er kan moeilijk veralgemeend worden.”  

En als je het vanuit het standpunt van de dieren bekijkt?  

Mayke: “Ik probeer zelf mijn dieren een zo natuurlijk mogelijk leven te geven. Dat betekent dat ik mij verdiep in wat een paard nodig heeft om paard te kunnen zijn, en hetzelfde voor mijn honden. Daarom heb ik ook twee honden, zodat als ik ga werken, mijn hond niet alleen is. Dat is onnatuurlijk, die dieren hebben sociale interactie nodig. Veel mensen staan daar niet bij stil, en dichten vooral menselijke eigenschappen toe aan hun dieren. Zo zetten mensen bijvoorbeeld hun paard op stal als het regent, terwijl een paard net gemaakt is om, regen of niet, op het gemak kilometers af te leggen, en tussendoor af en toe wat te eten. Niet om stil te staan in een hokje.” 

Hoe sta jij dan tegenover het gebruik van dieren in de zorg?  

Mayke: “Een hond die in een woonzorgcentrum woont, tot daaraan toe. Misschien vindt die hond dat wel prima. Maar ik heb het moeilijker met het meenemen van dieren van centrum naar centrum. Bij honden lijkt bijvoorbeeld het reizen een groot stress-aspect te zijn. Telkens de auto in, ergens anders heen, nieuwe sociale interacties aangaan, dan weer in de auto – dat is stressvol. 

Maar het grootste probleem is dat we nog helemaal niet weten of het werkt en wat er precies werkt, en toch wordt er heel veel gedaan met die dieren. Eigenlijk denk ik dan: zet het even op pauze, zoek uit of zo’n dier echt een toegevoegde waarde heeft, en denk ook even na of er een alternatief bestaat zonder dieren. Zodat je ze heel gericht kan inzetten.” 

Kunnen robotdieren dan een oplossing zijn?  

Mayke: “Dat denk ik wel. Ook daar wordt steeds meer onderzoek naar gedaan, met erg positieve resultaten, zeker bij demente ouderen. Maar ook voor andere interventies met dieren worden er alternatieven gezocht. Zo was dolfijntherapie ooit populair, maar worden wilde dieren nu steeds minder gebruikt. Daar is nu virtuele dolfijntherapie voor in de plaats gekomen, met een VR-bril, in het zwembad – met veelbelovende resultaten. Ik ijver er dus voor om heel kritisch te zijn op waar een dier echt nodig is. Het is tenslotte geen tool of gereedschap, maar blijft gewoon een levend wezen.”  

LEES MEER OP INFUUS.BE:

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.