“Heb collega’s niet gevraagd of ze haar werk goed doet”
Ouderen uit het Gentse die niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen, kunnen terecht in woonzorgcentrum Het Heiveld. Het woonzorgcentrum biedt plaats aan zo’n 180 bewoners, verspreid over 6 afdelingen. Tijdens de zomermaanden krijgen ze er de hulp van een aantal jobstudenten. Een van hen is Helder Vanneste, die niet toevallig koos voor de plek waar haar papa aan de slag is.
Hun lunchpauze is net afgelopen als we Helder (16) en haar papa Maarten (44) ontmoeten in Het Heiveld. Twee weken lang is Helder er aan de slag als jobstudent. Een boeiende leerervaring die smaakt naar meer.
Hoe is het om in een woonzorgcentrum te werken?
Helder: “Leuk! De bewoners hier zijn lief en vonden het jammer dat ik binnenkort weer weg moet.”
“Het was ook niet de eerste keer, ik begin straks aan mijn laatste jaar gezondheidszorg in IVV Sint-Vincentius in Gent, en heb al op twee andere plekken stage gelopen.”
“Ik vind het in elk geval een toffe job om te doen. Erg afwisselend ook: bewoners wassen, hen helpen met het toilet of tijdens het eten… Alleen bij mensen met een slikprobleem mag ik nog niet helpen.”
Maarten: “Ik had er eigenlijk alle vertrouwen in dat ze het hier goed zou doen. Ik ben achter haar rug om dus niet bij de collega’s langsgeweest om te vragen of ze haar werk goed deed. Dat was ook niet nodig: de bewoners kwamen het mij zelf spontaan zeggen: Ze mag hier nog komen hoor of ’t Is een goedje! Erg leuk natuurlijk om zulke reacties te horen.”
Jullie hebben elkaar dus niet voor de voeten gelopen?
Maarten: “Nee, Helder is hier ingeschreven als zorgkundige, ik werk hier als begeleider van het team Wonen en Leven. Het animatieteam van vroeger, zeg maar. Ik probeer de mensen een zinvolle dagbesteding te bieden. Maar je moet ook oog hebben voor bewoners die zich wat meer terugtrekken en plots niet meer naar de groepsactiviteiten komen.”
Vanwaar komt jullie passie voor de zorg precies?
Maarten: “Ik wilde als kind eigenlijk in het leger gaan. Tot ik eens een zomer aan de slag ben gegaan als monitor bij Spelewijs, een speelpleinwerking in Ieper voor mensen met een beperking. Collega-animatoren zeiden mij toen dat opvoeder echt iets voor mij was. En dat is het ook.”
Helder: “Ik ben graag met mensen bezig. Toen ik klein was, wilde ik al in een ziekenhuis werken.”
Het voelt hier nochtans niet als een ziekenhuis.
Maarten: “Inderdaad. We lopen hier bijvoorbeeld allemaal rond in onze gewone kleren. In sommige andere zorginstellingen ziet je dat de verpleegkundigen een roze pakje dragen, de zorgkundigen een rood, de hoofdverkleegkundige nog een ander kleurtje…”
Helder: “Het is echt superfijn dat dat hier niet hoeft.”
Maarten: “We doen ook veel dingen die andere wzc’s niet doen. We proberen in te haken op de interesses van de bewoners en hen zoveel mogelijk een thuis te geven. We hebben bijvoorbeeld een eigen kapsalon in huis waar de bewoners een afspraak kunnen maken, een bruin café waar de mensen elkaar ontmoeten, en er komt binnenkort nog een winkeltje in een leegstaand lokaaltje. En de gangen hebben bordjes met straatnamen erop, om hen een beetje een dorps- of stadsgevoel mee te geven. We hebben zelfs een glazen straatje!” (lacht)
“En buiten hebben we een prachtige tuin, een moestuin waarin we onze eigen groenten kweken, wat kippen en Gust, ons varken. Die voelt zich de laatste dagen helaas niet zo lekker. Ik moet ‘m straks nog zijn medicatie geven.”
Het is niet altijd rozengeur en maneschijn in een woonzorgcentrum. Hoe gaan jullie daarmee om?
Helder: “Het is inderdaad niet altijd alleen maar goed nieuws. Er is af en toe ook veel ellende, om het zo te zeggen. Mensen komen en gaan, en dat is de normale gang van zaken, maar het is niet altijd makkelijk om daarmee om te gaan.”
“Hier in Heiveld heb ik nog geen sterfgeval meegemaakt, maar op mijn vorige stageplaats wel. Niet terwijl ik zelf aan het werk was, maar toen ik na een maand terugkeerde, bleek een bewoner met wie ik een goede band had, overleden. Het kan snel gaan: als je een maand niet bent geweest, kan er veel veranderd zijn.”
Maarten: “Sterfgevallen horen er hier helaas bij. Zo om de drie dagen moeten we van iemand afscheid afnemen. Het klinkt misschien raar, maar ook dat went. Je eerste sterfgeval voelt raar, maar het is part of the job.”
“Ik denk dat het belangrijk is om erover te praten met collega’s. Dat je kunt aangeven als je met iets zit, of als er dingen zijn die je liever niet doet. Want hier in Het Heiveld kun je je echt wel specialiseren. Sommige verpleegkundigen maken er bijvoorbeeld een echte erezaak van om een overleden bewoner mooi af te leggen, met een bloemetje uit onze tuin, en de nabestaanden zo goed mogelijk op te vangen. Anderen vinden dat heel wat moeilijker, maar zijn dan weer meer bedreven in iets anders, het verzorgen van wonden bijvoorbeeld. Op die manier kan iedereen zijn talenten en sterkes optimaal benutten.”
Helder, over werkzekerheid hoef je je waarschijnlijk geen zorgen te maken. Merk je dat de sector met een groot personeelstekort kampt?
Helder: “Niet echt. Dat valt goed mee vind ik.”
Maarten: “We zijn nochtans voortdurend op zoek naar nieuwe mensen. Maar ik denk dat het deze periode nog meevalt. Een aantal vaste werkkrachten is met vakantie, en die moeten natuurlijk vervangen worden. Je wordt meteen voor de leeuwen gegooid, maar dat is ook goed. Er is voldoende ondersteuning, maar ik zie ook hoe ze haar taakjes hier zelfstandig afwerkt.”
Volgend jaar opnieuw?
Helder: “Heel graag!”
LEES MEER OP ZORGMAGAZINE.BE:
- Dokters van de Wereld lanceert ‘solidaire zeep’ voor mensen in nood
- Maarten en Helder Vanneste, vader en dochter samen aan het werk in WZC Het Heiveld
- “De zorgsector mag best wat stoer en stout zijn”
- Neos vzw lanceert ‘pil tegen eenzaamheid’
- MoMu en WZC Immaculata lanceren tactiel traject voor personen met dementie