Iedereen op kot: KU Leuven Stuvo werkt aan een toegankelijker kotleven

KU Leuven Stuvo
Lotte Vercammen
Dit artikel verscheen in INFUUS editie 22, dossier ‘Back to School’

Verder studeren is meer dan alleen lesuren kloppen. Zeker in het hoger onderwijs is de studie zelf maar een onderdeel van het studentenbestaan. Maar dat leven is niet voor iedereen even evident. Om op kot gaan toegankelijker te maken voor iedereen, lopen er bij KU Leuven Stuvo, de studentenvoorzieningen van KU Leuven, verschillende projecten. Eline Dumont en Jana Verheyden staan er mee in voor de coördinatie. 

Voor studenten met een vermoeden van autismespectrumstoornis is er sinds vorig jaar Kotassist, vertelt kotcoach Jana Verheyden. Het project wordt voorlopig gefinancierd met tijdelijke middelen van het VAPH, maar vanaf 2025 hoopt Stuvo het definitief te kunnen aanbieden. “Dat project is specifiek gericht op aspirant-studenten met een autismespectrumstoornis die de overstap maken van secundair naar hoger onderwijs. We gaan eerst in gesprek rond de kotkeuze, waarbij we hen begeleiden bij het zoeken naar koten met specifieke kenmerken. Wat kleinere locaties bijvoorbeeld, of een kot op het einde van de gang waar je zo weinig mogelijk overlast ervaart. Daarna kijken we welke ondersteuning we verder nog kunnen bieden.” 

“Kotassist is ontstaan vanuit een vraag van Hejmen vzw, waarmee we samenwerken. We zijn onmiddellijk op die kar gesprongen omdat we enorm veel vragen kregen waar we geen antwoord op hadden.” Door al vroeg voor begeleiding te zorgen, geven ze studenten een vlotte start, weet Jana. “Terwijl ze in het verleden vaak pas bij ons kwamen als ze al op moeilijkheden gebotst waren, wat begeleiding een pak moeilijker maakte.” 

Ondersteunende medestudenten 

Een ander, al wat ouder project, is Omkaderd Wonen, waar Eline Dumont mee verantwoordelijk voor is. “De insteek daarbij is dat studenten met een functiebeperking – denk aan een chronische ziekte, een visuele of auditieve beperking, of studenten in een rolstoel – ondersteund worden door de medestudenten waar ze mee samenwonen. Die ondersteuning gaat van helpen met koken en boodschappen doen tot hen op het toilet helpen.” 

De studenten die zich engageren om binnen Omkaderd Wonen op kot te gaan, doen dat op vrijwillige basis. Veel voorbereiding of achtergrond is daar niet voor nodig, stelt Eline. “Het kan zijn dat er een kinesist wat uitleg komt geven over bijvoorbeeld tiltechnieken, maar het kan ook zijn dat de student in kwestie het uitlegt. We laten hen heel zelfstandig in wat ze doen, maar sturen wel af en toe handvaten door en proberen ook regelmatig aanwezig te zijn op de kotvergaderingen.” 

Dat alles met oog op zelfredzaamheid, vertelt ze. “We zien Omkaderd Wonen ook wel als een springplank, waar je als student met functiebeperking de mogelijkheid hebt om te kijken wat je kan en waar je limieten liggen.” 

Evenwicht 

Voor studenten met een beperking is de grootste uitdaging om het evenwicht te vinden tussen die limieten en de inspanning die een studie van hen verwacht. Eline: “Die afweging maken tussen zelfstandigheid najagen en jezelf niet forceren is moeilijk. Soms moeten studenten even tegen die grenzen botsen om te zien waar ze liggen, maar we willen niet dat ze te hard botsen. Dat is lastig om in te schatten.” 

Ook bij de studenten met een autismespectrumstoornis zorgen die grenzen voor een uitdaging, vult Jana aan. “Het komt dikwijls voor dat we mee moeten zoeken naar hoe studenten de balans kunnen terugvinden. We bekijken dan of het lukt om een afspraak te maken met de zorgcoördinator en in samenspraak met collega’s binnen KU Leuven Stuvo ondersteunen we de studenten waar dat nodig is.” 

Openbloeien 

Hoewel op kot gaan natuurlijk geen verplichting is, merkt Eline dat het net voor studenten met een functiebeperking een belangrijke stap kan zijn: “Ik hoor van veel studenten dat ze hier openbloeien en voelen dat ze hun eigen ding kunnen doen. Zeker voor studenten met een zorgvraag, die vaak nauw opgevolgd worden door hun ouders, is het fijn om eens dingen te kunnen vragen aan een leeftijdsgenoot, in plaats van aan mama of papa.” 

En om in volle vrijheid van hun studentenleven te genieten, uiteraard. “Ook uitgaan, eens een kater hebben… Dat hoort er ergens wel bij. En hoewel de studenten nog elke dag op drempels botsen, kunnen ze op deze manier toch in een bepaalde mate die zorgeloosheid ervaren.” 

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.