Column Marilyn: Oefenpartner in crime

Column Marilyn

Daar sta ik dan, ongetwijfeld een beetje komisch te staren naar een object dat me vaag bekend voorkomt. Ik ben de brandende namiddagzon in Budapest ontvlucht en zoek mijn heil in een kleine overdekte markt. En niet zo eentje waar je heerlijke lokale specialiteiten kan proeven, maar wel kan snuisteren tussen zogenaamd antiek. Vandaar dat voorwerp, waar ik me nu overheen buig om beter te kunnen bestuderen.  

Wanneer ik besef dat het om de voorloper gaat van de hedendaagse bloeddrukmeter, moet ik meteen denken aan mijn eerste stage. Die vond plaats in een woonzorgcentrum bij mij in de buurt. Niet dat ze daar nog gebruik maakten van zo’n meter met kwikkolom, maar ze stimuleerden me wel om er te leren werken met een manueel exemplaar met wijzerplaat en naald. Inclusief geklungel met een stethoscoop.  

Hoewel ik sindsdien tijdens ziekenhuisstages steeds gebruik kon maken van elektronische meters, hield ik wel van die back to basics houding. Deze oudere draagbare toestellen laten het toe om een goed contact te leggen met de patiënt. Op veel afdelingen moet ik nu echter toeren met moderne zuilen waar mijn bescheiden 1,65 meter niet tegen opgewassen is. Met zo’n lompe toestellen is het soms vechten voor elke centimeter in de kamer. 

Ik heb in dat woonzorgcentrum destijds de eerste kneepjes van het vak geleerd. Toch ging ik er met een bang hartje naartoe, want wat je soms in de media leest over sommige woonzorgcentra is niet zo fraai. Onterecht, zo bleek al snel. Ik kwam er terecht in een huiselijke sfeer waar de – soms laatste – wensen van de bewoners centraal stonden.  

Wat een mooi woord vind ik dat, ‘bewoners’. En volledig van toepassing op die plek want als verpleegkundige stap je daar als het ware binnen in de living, net zoals bij de mensen thuis. Zo was er een man die verbleef op de gesloten afdeling voor mensen met dementie. Om hem beter op zijn gemak te doen voelen, stond zijn slaapkamer volledig in het teken van de bokswereld. Hij was vroeger bokskampioen geweest en werd nu tijdens deze laatste periode van zijn leven omringd door allerlei trofeeën en posters. Ook was er een vrouw die fysiek af en toe wat hulp nodig had maar voor de rest volledig zelfstandig was. Zij was enorm gesteld op haar privacy, dus had ze een A4’tje aan de deur gehangen om aan te geven tussen welke uren we al dan niet welkom waren.  

Ik heb er vooral erg goed gelachen. En niet alleen met die eerder vernoemde stethoscoop die ik per ongeluk een keertje omgekeerd vasthield – de resultaten van mijn meting waren toen uitermate alarmerend – maar ook met de mensen zelf. Veel geriatrische patiënten hebben naast een bovengemiddelde portie levenswijsheid ook een goed gevoel voor humor. “Wij hebben toch al erger meegemaakt dan een studentje dat eens op de foute plek prikt”, grapte een bewoonster eens tegen mij. De ideale oefenpartner in crime dus.  

Ook na mijn stage in het woonzorgcentrum kwam ik nog vaak in contact met de geriatrische zorgvrager. Zowel binnen de thuiszorg als op psychiatrische, chirurgische en interne afdelingen maakt deze doelgroep een aanzienlijk deel uit van de patiëntenpopulatie. Veel studenten willen uiteindelijk op meer kritieke diensten terechtkomen. Ik heb door deze ervaringen echter geleerd dat een werkplek binnen de geriatrische setting minstens even uitdagend, technisch als divers kan zijn. Fysiek heel zwaar, dat wel. Maar bovenal boordevol leerkansen want ‘dat iedereen moet leren’ bleek meer dan eens het levensmotto bij uitstek te zijn bij de meerderheid van deze patiënten. 

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.