Met de mantelzorg der liefde

Met de mantel der liefde

Mensen met een zorgvraag in Aalst kunnen sinds 2022 terecht bij Debbie April. Zij is er burenverbinder, en zorgt letterlijk voor verbinding en verzoening. Daarbij besteedt Debbie bewust veel aandacht aan de ondersteuning van mantelzorgers, want hoe sterker de ‘zorgzame buurt’, hoe meer we de druk op de schouders van mantelzorgers kunnen delen. “Ze zijn onmisbaar, maar vaak ook overbevraagd.” 

Vlaanderen telt steeds meer ‘zorgzame buurten’. Het is de overheid die deze opkomst met zachte hand stuurt. De kerngedachte van een zorgzame buurt is het creëren van een omgeving waar de lokale bevolking, ongeacht de zorgvraag, ondersteuning ontvangt van mensen in de nabijheid. Doel is om buurten weer nieuw leven in te blazen en om de druk op de zorgsector zo ook wat te verlichten.  

In Aalst timmert Debbie April, maatschappelijk assistente van opleiding, met hart en ziel aan een zorgzame buurt. Daarnaast is ze ook woonassistente bij Seniorcity Aalst, assistentiewoningen van i-mens. “Na mijn studies stapte ik al snel aan boord bij Solidariteit voor het Gezin, de organisatie die enkele jaren geleden met onder andere Thuishulp fuseerde tot i-mens”, legt ze uit. Debbie organiseerde toen al vijftien jaar hulp aan huis. Ook het triëren van hulpvragen en het verzorgen van intake-gesprekken hoorde daarbij. “Eigenlijk was dat heel gelijkaardig aan wat ik vandaag doe als burenverbinder, al doe ik dat nu op een kleinere schaal: ik ben het allereerste aanspreekpunt voor mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag die wonen in het centrum van Aalst – al ga ik in realiteit wel flexibel om met die geografische begrenzing. Zolang ik het erbij kan nemen, doe ik dat meestal wel.” 

Professioneel of niet-professioneel 

Wanneer een zorgvraag binnenkomt, gaat Debbie na hoe die best opgelost wordt. “Wordt de zorgvraag best geadresseerd aan een professionele organisatie, of kan het ook informeel beantwoord worden? Er bestaan ontzettend veel organisaties maar mensen vinden de weg er niet naartoe. Ze kennen het bestaan er niet van of zien het bos niet meer door de bomen. Dat is eigenlijk mijn belangrijkste taak: mensen bij elkaar brengen. We werken ook nauw samen met stad Aalst, dus ik maak geregeld gebruik van de sociale kaart.”  

Een formele zorgvraag, een zorgnood waar een professionele zorgorganisatie voor ingeschakeld moet worden, stuurt Debbie door naar de juiste professionele partner in het Aalsters netwerk. Soms is dat de sociale dienst van de mutualiteit, soms is dat wat anders, zoals bijvoorbeeld een OCMW. Dat is afhankelijk van de vraag. Voor een informele vraag doet ze meestal een beroep op de burenhelpers. “Het gros van de hulpvragen lossen we informeel op. Het is dus zeker niet zo dat alle vragen eindigen in thuisverpleging, integendeel.” Een derde van de vragen gaat over administratie, waaronder vooral vragen rond huisvesting. Nog een derde gaat over informatica en computerhulp. 16 procent gaat over gezelschap en het gebrek daaraan. 

Weinig gemeenschapsgevoel 

Mensen kunnen met een vraag rechtstreeks bij Debbie terecht, maar een meerderheid van de vragen wordt eigenlijk gesteld door mantelzorgers. “Ik probeer mantelzorgers op allerlei verschillende manieren te bereiken, maar veel mensen weten van zichzelf niet dat ze mantelzorger zijn. Daarom zeggen we altijd: ‘zorg jij voor je partner, kind, vriend of buur op regelmatige basis? Dan ben jij een mantelzorger.’ We proberen de breedte van het concept duidelijk te maken. Vaak krijg je dan van mantelzorgers de reactie: ‘goh, ik doe dat maar omdat ik die persoon graag zie.’ Of: ‘ja, maar ik trek geen mantelzorguitkering hoor.’ Dat mantelzorgen ook gewoon een zware taak is, durven mensen niet snel te benoemen.” 

Het is opmerkelijk: met het project Zorgzame Buurten wordt er meer ingezet op lokale hulp. Tegelijkertijd merkt Debbie dat mensen meer dan ooit overbevraagd zijn. “Vroeger plooide een dorp op zichzelf wanneer iemand in nood was. Vandaag zitten we als samenleving in een ratrace. Iedereen is overbevraagd. Mensen met een burn-out zijn al lang niet meer mensen met een mindere draagkracht – het kan iedereen overkomen. De zorg is bijgevolg geprofessionaliseerd en het gemeenschapsgevoel is minder aanwezig. We moeten het allemaal maar zien te regelen, en eigenlijk lukt dat niet. We hebben het allemaal te druk, ook mantelzorgers.”  

Luisteren naar mantelzorgers 

Net daarom is de Zorgzame Buurt zo’n succes: mensen keren terug naar een systeem van ons-kent-ons. “Mensen willen zich geen nummer voelen, ze verkiezen interactie van mens tot mens. Daar schuilt de magie. Net door de drukte, is er dus meer dan ooit nood aan mantelzorgers. Ik merk ook dat professionele zorgverleners meer dan vroeger waarde hechten aan mantelzorgers. Ze weten dat de mantelzorger vaak héél goed op de hoogte is van de situatie van de zorgvrager. Waar de huisarts in het verleden misschien dominanter was, heeft men vandaag ook oor naar wat de mantelzorger te vertellen heeft.” 

Zorgen voor mantelzorgers is dus ontzettend belangrijk. Binnen het project Zorgzame Buurt Aast is er een werkgroep die zich bezighoudt met de zorg voor mantelzorgers. “We ondersteunen ze via allerlei activiteiten en infosessies rond bijvoorbeeld zorgvolmachten, zelfzorg enzovoort. Doel is om ervoor te zorgen dat zij kunnen zorgen.”  

Ook kunnen mantelzorgers één keer per maand zonder afspraak binnenspringen op een zitmoment dat georganiseerd wordt vanuit erkende mantelzorgverenigingen. Of gewoon, tussendoor bij Debbie. “Ze kunnen bij mij terecht met specifieke vragen, maar komen dikwijls ook ventileren. Ik probeer mensen altijd te laten aansluiten bij mantelzorgverenigingen – deze zijn té weinig gekend bij mensen. Mijn moeder en ik zijn zelf ook mantelzorger voor mijn oma, en ik moet toegeven dat ik zelf voor de start van het project niet op de hoogte was van het bestaan van deze verenigingen. Dat terwijl ik al heel mijn carrière met mantelzorgers werk… Dat zegt genoeg.”  

Een zorgmarathon 

Slaagt het project in de ondersteuning van mantelzorgers? “Het begint allemaal bij sensibilisering. Nu komen we vaak pas in beeld wanneer iemand dreigt te bezwijken onder de druk. Vaak gebeurt dat omdat de zorgvrager ouder wordt, en de zorgvraag daardoor complexer. Mensen voelen zich dan op een bepaald punt genoodzaakt om professionele hulp in te schakelen. Dat is een moment waarop mensen dreigen te verdrinken. Eigenlijk zouden we ze al lang daarvoor moeten kunnen bereiken, bij het begin van het mantelzorgtraject. We kunnen ze dan beter begeleiden. Willen ze de zorg voor een stukje uit handen geven? Prima, dan helpen we daarbij. Willen ze het zelf doen? Ook goed, maar ik waarschuw mensen altijd: het is geen sprint die je trekt, maar een zorgmarathon die je moet blijven volhouden.”  

Tijdens het gesprek met INFUUS wordt Debbie wel drie keer gebeld. “Ik ben eigenlijk altijd bereikbaar voor mensen. Soms moet ik ook mijn eigen grenzen afbakenen, want het kleeft aan je”, geeft ze toe. “Bepaalde vragen kan ik ook niet zomaar oplossen. Vragen rond huisvesting bijvoorbeeld, dat kruipt onder je kleren, want dat treft mensen echt in de basis van hun bestaan.” De ratrace waar ze over spreekt, voelt zij immers ook. “Wij professionelen varen wel rond met een bootje om de mensen die bijna verdrinken op te pikken en aan land te brengen, maar je hebt maar één bootje. Tegelijkertijd is het ontzettend waardevol, en dat schenkt ook voldoening.” 

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.