Zorg in asielcentra: Van vaccinaties tot trauma’s

OC Linkeroever

In het ietwat desolate landschap van Linkeroever ligt een opvangcentrum van Rode Kruis Vlaanderen. 260 asielzoekers krijgen er ‘bed, bad en brood’, zoals medisch begeleider Nils Teck (46) uitlegt. Zijn werk doet denken aan een huisartsenpost waar kleine en grote kwalen elkaar afwisselen, al zorgen de verschillende culturele en religieuze achtergronden voor extra uitdagingen. 

“Na mijn studies sociale verpleegkunde – dat was toen een afstudeerrichting – ben ik meteen hier aan de slag gegaan”, vertelt Nils. Hij is met zijn 23 jaar dienst eerder een uitzondering in de sector. “Dat was in 1999.” Het oude internaat van de zeevaartschool maakte toen plaats voor vluchtelingen uit Kosovo. Nadien werd het een permanent opvangcentrum voor asielzoekers. Er zijn 195 kamertjes, maar door de aanzwellende stroom aan vluchtelingen worden deze nu noodgedwongen gedeeld. “We tellen momenteel 260 bewoners, waarvan veel alleenstaanden. De meesten zijn verplicht hun kamer te delen.” 

Samen met drie andere verpleegkundigen (waarvan twee voltijds en één halftijds in dienst) vormt Nils het medisch team. Ze verzorgen consultaties en voeren basisonderzoeken uit. “Dat gaat over bloeddruk meten, temperatuur meten, vaccinaties toedienen, wondzorg, eerste hulp bij traumazorg enzovoort. We doen de anamnese en volgen mensen op.” Vaak worden bewoners doorverwezen naar een huisarts (er zijn twee externe huisartsen die eens per week naar OC Linkeroever komen om advies te geven), specialisten, psychologen of andere instanties zoals CLB, VRGT, Kind en Gezin. 

“Wie in Brussel toekomt, wordt meteen medisch gescreend”, vervolgt hij. Nieuwkomers arriveren dus met een medisch rapport in Antwerpen. Het gebeurt dat dan het zorgtraject meteen wordt opgestart. “Eigenlijk zien we hier allerlei medische problemen, net zoals in een huisartsenpost”, vertelt Nils. “We krijgen te maken met de meest uiteenlopende ziektebeelden: van mensen met eenvoudige seizoensgebonden klachten zoals een verkoudheid of griep, tot patiënten met kanker stadium vier, en alles daartussen. Zo hebben we ook bewoners met HIV, MS, orthopedische problemen, hartklachten… Het werk vereist een brede kennis van geneeskunde, maar een specialisme is niet noodzakelijk.”  

Fedasil 

Ondanks de goede zorgen van Nils en zijn team zijn er grenzen aan wat ze voor asielzoekers kunnen betekenen. “Bepaalde therapieën of ingrepen waarvan de medische urgentie niet hoog is, worden uitgesteld totdat men papieren heeft en mag blijven”, legt Nils uit. “Dat kan gaan over een persoon met artrose in de knie die op termijn een prothese nodig heeft, maar nog niet onmiddellijk. Wij maken dat rapport op en sturen dat samen met de aanbevelingen van de orthopedist naar de arts bij Fedasil. Deze arts maakt de eindbeslissing.” Een koppel in een asielcentra dat een fertiliteitstraject wil opstarten, zal bijvoorbeeld het deksel op de neus krijgen.  

“Mensen krijgen echt wel de zorg die ze nodig hebben, maar wat niet dringend en levensnoodzakelijk is, daarvoor moeten ze wachten op een permanente verblijfsvergunning.” Dat kan voor teleurstelling zorgen. “Wij zijn alleen de boodschappers, want dit is wettelijk bepaald. Het verdict wordt ons per mail opgestuurd en wij moeten dat vervolgens overbrengen. Dat is soms moeilijk”, beaamt Nils.  

Moeilijk omwille van de boodschap, maar ook omdat een gemeenschappelijke taal ontbreekt. “We hebben geen vaste tolk in dienst – er worden hier zodanig veel talen gesproken. Af en toe kunnen we wel een beroep doen op een externe professionele tolk voor tijdens medische consultaties. Dat gebeurt echter zelden. Meestal is het uitleggen met handen en voeten. Vaak schakelen bewoners bij dringende vragen zelf een telefonische tolk in, iemand die ze kennen die wel Frans, Engels, Nederlands of Duits spreekt.”  

Trauma’s en collectief samenwonen 

Het gebrek aan een gemeenschappelijke taal leidt geregeld tot frustraties langs beiden kanten. “Je zou ervan verschieten hoeveel mensen niet in contact staan met hun eigen lichaam. Ze begrijpen niet wat het medische probleem is, hebben nooit meegekregen dat leefgewoonten een invloed daarop hebben.” Ook op vlak van mentaal welzijn is er nood aan opvolging. “Veel klachten zijn psychosomatisch. Het vergt ervaring om die eruit te filteren”, zegt Nils. “Hoofdpijn, slecht slapen, een nerveus gevoel… Mensen weten vaak niet waar het vandaan komt, terwijl ze in een opvangcentrum leven, met een groot vraagteken over hun toekomst. Medische klachten zijn daar dikwijls door getint of beïnvloed.” 

Voor patiënten met psychologische klachten is er een psychosociale werking. Zij worden doorverwezen naar psychologen en psychiaters. “Voor dat soort afspraken voorzien we wel een tolk. Er wordt dan met drieën samengezeten, wat ook niet altijd evident is. Vluchtelingen dragen soms een serieuze bagage met zich mee. Velen hebben een heftige weg naar hier afgelegd, met alle trauma’s van dien. Ze hebben nood aan een veilige omgeving, rust en privacy.”  

De hoge bezettingsgraad in de opvangcentra helpt daar niet bij. “Collectief samenleven is soms uitdagend. Zeker met zoveel verschillende talen, culturen, religies. Er zijn regelmatig misverstanden. De eerste weken zijn de moeilijkste. Mensen moeten zich aanpassen. Bovendien ervaren sommigen enorme verveling en een grote onzekerheid over hun procedure.” Nieuwkomers zonder papieren kunnen pas na vier maand aan het werk. “Vanuit het opvangcentrum doen we wat we kunnen om die verveling tegen te gaan, door activiteiten aan te bieden, maar we kunnen natuurlijk niet 24/7 een bezigheid voorzien.” 

Dankbaarheid 

Afgelopen augustus kwamen de meeste asielzoekers uit Afghanistan, Syrië en Burundi, gevolgd door Palestina, Eritrea, Somalië, Turkije en Congo. “Wat er in de wereld gebeurt, heeft directe impact op onze werking. Wakkert er ergens een conflict aan? Dan zien we meer vluchtelingen uit dat land toestromen.” Behalve uitdagend is dat ook bijzonder boeiend, vindt Nils. “Je leert veel bij van al die verschillende culturen. Mensen uit andere hoeken van de wereld hebben een andere kijk op zorg en gezondheid.”  

Ook in OC Linkeroever merken ze de arbeidskrapte in de zorg. “Ons medisch team is inmiddels volledig, maar dat is niet overal het geval. In de meeste centra is er één (para)medisch geschoolde aan boord, maar dat is te weinig – en ook die is er niet altijd. Meestal zijn de medische teams onderbemand.”  

Nochtans is Nils vol lof over het werk dat hij doet. Het is leerrijk en gevarieerd, maar bovenal menselijk: “Patiënten die herstellen, die hun weg vinden in België, zijn ontzettend dankbaar. Het is niet allemaal kommer en kwel, hoor. Er wordt ook veel plezier gemaakt, gelachen, leuke activiteiten georganiseerd… Het geeft voldoening.”  

LEES MEER OP INFUUS.BE

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.