Vrouwen en mensen in armoede meer risico op psychologische problemen

psychologische problemen

Vrouwen en mensen in armoede hebben meer risico op psychologische problemen. Tegelijkertijd vinden zij minder snel hun weg naar psychologische zorg. Een werkpunt, zegt Luc Van Gorp, CM-voorzitter.

Een studie van CM Gezondheidsfonds bevestigt dat vrouwen en mensen in de laagste categorie van inkomens, het meeste risico lopen op psychologische problemen. Dat terwijl net deze twee bevolkingsgroepen minder snel toegang vinden tot betaalbare psychologische hulp. “Vrouwen hebben 1,4 keer meer risico dan mannen. Mensen in armoede hebben 1,7 meer risico dan mensen met een hoog inkomen”, klinkt het. Die twee factoren gecombineerd – vrouwen in armoede – zijn het meest kwetsbaar. “Ligt hun toegang tot psychologische zorg in lijn met hun behoeften? Het antwoord is klaar en duidelijk: neen.”

Er zijn verschillende verklaringen waarom mensen in armoede niet de juiste psychologische zorg krijgen, zoals een onderrapportage van psychologische problemen, moeite met de aanvaarding ervan (17 procent beschrijft een gevoel van schaamte) en de bezorgdheid om de kosten van een behandeling (59 procent van de respondenten).

“Het zal wel overwaaien”

Ook gender speelt een grote rol. Vrouwen nemen vaker verschillende verantwoordelijkheden op zich – carrière en gezin bijvoorbeeld – en soms weegt dat door op hun mentaal welzijn. Zo hebben vrouwen het moeilijker dan mannen om hun psychologische problemen te identificeren, maar wijzen ze ook op praktische en financiële belemmeringen om hulp te zoeken. De kostprijs van therapie houdt 33 procent tegen, dat tegenover 24 procent bij mannen. Wel opmerkelijk: mannen denken vaker dat hun problemen vanzelf zullen verdwijnen (25 procent, tegenover 19 procent van de vrouwen).

Verschil in leeftijd en cultuur

Vrouwen doen bovendien vaker een beroep op een psycholoog in de plaats van een psychiater. “In 2021 waren 70 procent van de CM-leden die gebruik maakten van het voordeel psychologische zorg vrouwen, tegenover 59 procent van de gebruikers van psychiatrische zorg.”

Ook leeftijd en culturele achtergrond bepaalt hoe mensen met psychologische problemen omgaan. 50-plussers maken verhoudingsgewijs meer gebruik van opvolging door een psychiater. Jongeren maken dan weer vaker melding van problemen (50 procent) dan 65-plussers (16 procent). Tot slot blijkt psychologische zorg minder aanvaard en minder toegankelijk te zijn voor mensen van buitenlandse origine. “We vermoeden dat culturele afstand en taalbarrières hierin een rol spelen’, zegt Luc Van Gorp. “Daar moeten we in de toekomst nog sterker op inzetten.”

LEES OOK OP INFUUS:

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.