Omgaan met lastige situaties: Dementie maakt communiceren uitdagend

communiceren met demente persoon

Verbindend communiceren, de-escaleren, het klinkt mooi in theorie, maar wat als de persoon die je probeert te bereiken niet meer helemaal zichzelf is? Dementie vormt in woonzorgcentra vaak een extra uitdaging, vanwege hun onvoorspelbare aandoening. Maar dat betekent niet dat je daardoor alles maar moet ondergaan, stelt Lotte Van Mechelen referentiepersoon dementie bij Woonzorgcentrum Immaculata in Edegem 

“Ouderen met dementie, dat is een doelgroep waarbij geduld goed van pas komt”, steekt ze van wal. “Het is een voorrecht om iets voor deze mensen te mogen betekenen, maar er komen uiteraard ook uitdagingen bij. Ze beleven soms zelf heel veel frustratie en weerstand, waardoor ze soms ook veranderend, of ‘moeilijk hanteerbaar’, gedrag vertonen, al vind ik die laatste term niet correct. Ik ben ervan overtuigd dat het gedrag dat zij stellen een normale reactie is op een abnormale situatie.”  

Tien geboden, vier stappen 

Om in contact te treden met bewoners met dementie, houdt ze steevast de tien geboden van dementie, die ze binnen het woonzorgcentrum uitwerkten, in het achterhoofd, en bij veranderend gedrag volgt ze een vast vierstappenplan. “Veranderend gedrag is gedrag dat we vroeger niet zagen, en nu wel opmerken. Op zo’n momenten stellen we ons altijd eerst de vraag of het een probleem vormt, en voor wie. Zo hebben we bijvoorbeeld een bewoonster die graag in tijdschriften kijkt, en er ondertussen de prentjes scheurt. Dat bezorgt ons meer opruimwerk, maar ze is rustig bezig, en we hebben genoeg tijdschriften. Dus laten we haar haar ding doen. Je moet jezelf altijd afvragen: is het effectief een probleem, of maak ik er een probleem van?”  

Het vierstappenplan gaat als volgt: “Eerst observeren we wat de uitlokkende factoren zijn, en wat de gevolgen zijn van het gedrag. Dan bekijken we hoe we kunnen reageren, en wat we op het moment zelf kunnen doen. Bij personen met dementie is het belangrijk om zo’n zaken meteen te benoemen, want achteraf bespreken is vaak niet mogelijk. Nadien kijken we wat we kunnen aanpassen om de uitlokkende prikkels te vermijden of verminderen, en ten slotte anticiperen we: wat kunnen we doen om het gedrag de volgende keer voor te zijn.” 

“Rust bewaren is de gouden regel”, vindt Lotte. “Ze kiezen er vaak niet voor om zo te reageren. Ik probeer dat te relativeren: onze bewoners zijn volwaardige personen zoals jij en ik, en het gedrag dat wordt gesteld komt door de dementie, niet door hun persoonlijkheid. Op die manier probeer ik de twee los te koppelen van elkaar, en als het echt niet lukt, neem ik even afstand. Dan maak ik even ruimte om stil te staan bij mijn eigen handelen: heb ik zelf een moeilijke dag, en weinig tijd? Zijn er veel collega’s uitgevallen? Dat speelt allemaal mee. Als ik daar even over kan nadenken, helpt dat al.”  

Zorgprofessionals vs. ervaringsdeskundigen 

Ook voor mantelzorgers is het omgaan met personen met dementie vaak niet evident, ziet Lotte. Voor hen bieden ze dan ook vormingen en gesprekken aan. “Mantelzorgers hebben vaak jarenlang de zorg op zich genomen voordat hun familielid hier komt wonen, en dat is een zware rol. Dat wordt vaak als een evidentie gezien, maar dat is het niet. Als ze die rol dan opeens uit handen moeten geven, is dat niet makkelijk. We proberen hen dus te betrekken in wat ze nog willen of kunnen doen. Zo is er een bewoner die nog wekelijks gewassen wordt door haar dochter, of zijn er mantelzorgers die mee de maaltijden begeleiden.”  

“Daarnaast”, vervolgt ze, “vinden we het belangrijk dat ze de zorgende rol ook mogen loslaten, en dat ze gewoon partner, kind of vriend kunnen en mogen zijn. En we luisteren naar hen. Een bewoner staat nooit los van diens familie, dus als zij vragen hebben of met moeilijkheden zitten, vinden we het belangrijk om die te horen. Wij zijn misschien zorgprofessional, maar zij zijn ervaringsdeskundige.”  

Op die manier wil het woonzorgcentrum ook zoveel mogelijk conflicten met de omgeving van de bewoners vermijden. “Meestal zijn ze tevreden, maar er zijn altijd familieleden die kritischer zijn. Zij willen ook gewoon het beste voor hun moeder of partner, dat is normaal. Op zo’n momenten zoeken we naar wat kan en wat niet. Het is belangrijk om dan duidelijk af te spreken welke verwachtingen we kunnen inlossen, en welke niet.”  

Lotte Van Mechelen
Lotte Van Mechelen, referentiepersoon dementie bij woonzorgcentrum Immaculata in Edegem

LEES OOK OP INFUUS:

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.