“Een normaal leven in een normaal huis”

Thomashuizen_2 (1)

THOMAShuizen zijn een nieuwigheid in Vlaanderen. Denk: kleinschalige opvang, waarbij een zorgkoppel als zelfstandigen een huis runt, met een achterliggende vzw die de kwaliteit bewaakt en ondersteuning biedt. “Samenleven met de bewoners, hun kleine gelukjes delen, maar ook de kleine kantjes. Is dat niet het leven?” 

“Wat we doen, is de mensen zo gewoon mogelijk te laten leven. Onze bewoners, allemaal mensen met een beperking, gaan mee naar de winkel, koken samen, maken een wandeling…  Voor ons begint dat ‘gewone leven’ met de locatie van het THOMAShuis. We kiezen ervoor om een gewoon huis te nemen in een buurt, een huis dat niet onmiddellijk herkenbaar is als THOMAShuis. Op die manier maken we deel uit van de buurt. Deze mensen maken deel uit van de buurt, zij gaan naar de buurt, en de buurt komt naar hen.” 

Zorgondernemers 

De THOMAShuizen zijn in ons land een nieuwe vorm van opvang voor mensen met een verstandelijke beperking. Het concept komt uit Nederland, waar het al vele jaren bestaat. Het was Willy Vertongen, CEO van Mederi, die het idee daar is gaan ontdekken en vertaalde naar de Vlaamse realiteit. “Acht jaar geleden kwam ik met Hans Van Putten in contact. Hans zocht in Nederland een oplossing voor zijn zoon Thomas, die een ernstige verstandelijke beperking had. Hij ontdekte al gauw dat wat hij wilde voor zijn zoon, niet bestond. En dus besliste hij om het zelf uit de grond te stampen. Dat zijn de THOMAShuizen geworden.” 

Willy Vertongen & Katrien Van Langenhove, THOMAShuizen België
Willy Vertongen & Katrien Van Langenhove, THOMAShuizen België

Hoe dat systeem verschilt van andere initiatieven? Centraal staat het idee van zorgondernemerschap, met een zorgkoppel dat als zelfstandigen een THOMAShuis runt. “Ik was enorm gecharmeerd door wat ik in Nederland zag. Ik geloof voor duizend procent in zorgondernemerschap, op voorwaarde dat het ethisch verantwoord is – per slot van rekening ben je nog altijd met geld van de belastingbetaler bezig”, zegt Willy. Katrien Van Langenhove, projectcoördinator, zegt het zo: “Sociaal ondernemerschap is een vorm van omdenken: met dezelfde middelen het anders gaan doen.” 

Zo’n zorgkoppel neemt acht of negen mensen met een beperking onder de vleugels. Het huis daarvoor wordt gehuurd door de overkoepelende vzw Vrienden Van Thomas, die door de Vlaamse overheid vergund is om niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning te organiseren voor mensen met een handicap. De bewoners gebruiken hun persoonsgebonden financiering om hun verblijf en zorg te betalen.  

Belangrijk: THOMAShuizen zijn géén ouderinitiatief zoals we die in Vlaanderen ook kennen. Het gaat dus niet om een aantal ouders die samen een oplossing zoeken voor hun kinderen. “De THOMAShuizen vertrekken vanuit een ander idee: niet de ouders zelf, maar zorgondernemers vormen de basis van de opvang voor mensen met een beperking”, maakt Willy duidelijk.  

Vrijheid 

Vandaag is er nog maar één Thomashuis – in Meldert, Oost-Vlaanderen – maar het doel is om er meerdere te openen: op termijn twintig tot 25 in heel Vlaanderen, zo luidt de ambitie. Daarbij zal, binnen de algemene visie van de Thomashuizen, elk Thomashuis anders zijn. “Wij laten het koppel erg vrij, want zijn moeten het uiteindelijk elke dag doen”, zegt Willy. “Zij moeten het gevoel hebben dat het groot gezin – dat wordt het uiteindelijk – een geheel is waar ze iets mee kunnen doen.” 

Katrien vervolgt: “Zo kan er een zorgkoppel zijn dat het belangrijk vindt om meer mensen met autisme op te vangen, terwijl een ander koppel focust op de combinatie van een verstandelijke met een fysieke beperking. Zij zijn zelfstandigen, zowel ondernemer als zorgprofessional, en hebben de vrijheid om hun ding te doen. Ze kunnen een inkomen genereren waarvan ze kunnen leven, maar verder kunnen ze in alle rust samenleven met de bewoners, hun kleine gelukjes delen, maar ook de kleine kantjes. Is dat niet het leven? Zoals het zorgkoppel in Meldert het zegt: ‘We leven een gewoon leven, maar veel trager dan in andere gezinnen.’” 

Na Meldert komen ook in Keerbergen en Westmalle THOMAShuizen. Telkens zijn er tien kamers, en acht of negen vaste bewoners, zodat er plaats is voor noodopvang. “We hebben nu drie koppels die een THOMAShuis zullen uitbaten, en geen van die zorgkoppels is gelijk”, legt Willy uit. “Wat belangrijk is voor ons, is dat het geen negatieve keuze is. We willen geen mensen die uit frustratie naar hier komen. We merken ook dat zorgkoppels – en dat kan een traditioneel man-vrouw-koppel zijn, maar uiteraard ook twee mannen of twee vrouwen – het niet alleen anders willen doen voor de bewoners, maar óók voor de medewerkers die ze aanwerven. Iemand die huishoudelijke ondersteuning biedt – wij hebben het liever niet over een poetshulp – of mee ondersteuning biedt aan de bewoners, kan zelf ook zijn of haar ideeën en initiatief meenemen in zo’n THOMAShuis.” 

Het gaat om de groep 

In het THOMAShuis in Meldert, dat in juni de deuren opende, wonen ondertussen vier bewoners samen met het zorgkoppel. Het is een bewuste keuze om geleidelijk aan nieuwe mensen op te nemen in de groep zodat die groep zich ook geleidelijk aan kan vormen. “Het is de groep die primeert”, zegt Katrien daarover. “Het zorgkoppel, en wij – de vzw Vrienden Van Thomas – als vergunde voorziening, gaan handelen in functie van die groep.” 

“Maar ook de diversiteit binnen de groep is belangrijk”, vervolgt ze. “Zo kunnen bewoners ook elkaar ondersteunen. Het gaat over de waardigheid van mensen, en het is gewoon leuk als een bewoner de rolstoel van een andere kan duwen als ze samen naar de bakker gaan om brood te kopen. Het gaat over het leven in de groep, elk op zijn eigen niveau.” 

“We merken dat dat voor zo’n zorgkoppel een manier van leven is. In plaats van snel-snel naar de winkel te gaan zodat er zeker brood is, bespreekt zo’n zorgkoppel dat in de groep, doet ieder zijn bestelling, kijkt men wie er gaat, wie er binnen gaat om te bestellen… Op die manier leren de bewoners ook de buurt kennen en leert de buurt de bewoners kennen. De bakker wéét op de duur dat die persoon iemand van het THOMAShuis is. Mensen met een mentale beperking hebben nood aan een veilige omgeving, maar ook aan prikkels – ‘jawel, jij durft dat wel, bij de bakker binnenstappen’. Die bewoners hoeven niet elke week een uitstap te maken naar een dierenpark, maar willen vooral een normaal leven in een normaal huis, waarbij iedereen een eigen taak heeft. De bedoeling is ook dat mensen daar voor de rest van hun leven blijven wonen – er is geen groot verloop.” 

Complementair 

En de bewoners? Wat vinden zij van het Thomashuis? “Voor hen is dat een grote stap”, zegt Willy. “We zien bijvoorbeeld dat bewoners die van een andere instelling komen, zich hebben aangepast. Die geven niet spontaan aan wat ze willen, wat ze leuk vinden, omdat ze het gewoon zijn in een strakker keuslijf te leven.” 

“Wij zijn complementair aan andere instellingen. Ons doel is om al wie graag in een THOMAShuis zou verblijven, daartoe de kans te geven. We kunnen niet iedereen helpen, en sommige mensen passen niet in een Thomashuis, maar ook die proberen we door te verwijzen naar iemand die hen wel een oplossing kan bieden.” 

LEES OOK:

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.