Op de koffie in het Zeepreventorium: “Ik ben hier om aan mezelf te werken”

zeepreventorium_Evi_Nore

Nore (rechts): “Ik kom in de weekends wel weer vaker buiten en ik durf terug naar feestjes te gaan. Het is nog moeilijk en ongemakkelijk, maar eens ik er ben, heb ik echt plezier.” 

Nore (17) studeert dier- en landbouwtechnische wetenschappen en verblijft sinds december in het Zeepreventorium in De Haan. Daar is Evie al 21 jaar als psychologe aan de slag. “Wat je hier geleerd hebt, moet je dan gaan toepassen in je eigen omgeving”, klinkt het tussen de duinen. 

Wat is het Zeepreventorium voor jullie?  

Nore: “Ik zie het als een internaat waar ik lessen en een aangepast revalidatieprogramma volg. We zijn bezig met gezond eten en sporten, en daarnaast zijn er geregeld therapiemomenten en gesprekken met de psychologe of met de opvoeders. Ik ben hier om aan mezelf te werken, fysiek maar ook mentaal.” 

Evie: “Officieel zijn we een medisch-pediatrisch revalidatiecentrum waar jongeren met een chronische ziekte, zoals diabetes, mucoviscidose of obesitas, komen om te revalideren. Het Zeepreventorium is letterlijk een huis in de duinen. Onze kinderen en jongeren wonen er in leefgroepen waarbinnen we een huiselijke sfeer proberen te creëren. Zo kunnen ze hun ervaringen delen met leeftijdsgenoten. Daarnaast worden ze begeleid door een multidisciplinair team.” 

Hoe was het voor jou om in De Haan terecht te komen, Nore?  

Nore: “Dat was echt heel moeilijk. Ik had erg veel heimwee, het is hier zo anders dan thuis. Bovendien mochten we door Covid-19 ook maar om het weekend naar huis. Het is pas door er weg te gaan, dat ik beseft heb hoe belangrijk mijn omgeving, het platteland, voor mij is. Dat is wat mij blij maakt.” 

Evie: “Sommige jongeren gaan wandelen in de bossen of op het strand, jij gaat naar de boerderij.” 

Nore: “Ik heb eigenlijk echt geen connectie met de zee.” (lacht) 

Evie: “Dat is zo knap van Nore, dat zij zo ver van haar rustplek zit, maar toch doorzet om hier hulp te zoeken. Het is een enorme stap om hiernaartoe te komen.” 

Wat is er voor jou veranderd het afgelopen jaar?  

Nore: “Toen ik hier binnenkwam, wist ik niks en kende ik niemand. Ik had daardoor het gevoel dat de jongeren die hier al langer zaten, mij scheef bekeken: ik was nieuw en ik kon niets. Maar ondertussen weet ik dat dat niet zo is. Nu ben ik zelf degene die hier het langst zit, en ik denk echt helemaal niets negatiefs over de jongeren die net binnenkomen. Ik hoop dat zij daar dus ook niet bang voor zijn.” 

“Maar ik heb ook geleerd om anders te reageren op dingen. Toen ik hier net was, was ik heel verlegen en onzeker, en werd ik snel kwaad of gefrustreerd. Nu ben ik bijvoorbeeld een pak minder verlegen.” 

Evie: “Je bent ook minder boos. Toen je binnenkwam liep je echt op de toppen van je tenen. Door het je nu opnieuw te horen vertellen, besef ik nog meer hoe heftig dat voor jou geweest moet zijn.” 

Wat is obesitas voor jou?  

Nore: “Een ziekte die fysiek en mentaal heel zwaar is. Je kan niet bewegen zoals je wil, maar het gaat ook verder dan dat. Ik durfde bijvoorbeeld ook niet mee gaan winkelen met vriendinnen, omdat ik niet kon kopen wat ik mooi vond, maar enkel wat mij paste. Samen iets eten of drinken vond ik ook zwaar, dus ik ging mij steeds meer opsluiten. Je vriendinnen samen plezier zien maken, terwijl jij niet in dat plaatje past, dat is moeilijk.”  

Evie: “Gaat dat beter nu?” 

Nore: “Ik kom in de weekends wel weer vaker buiten en ik durf terug naar feestjes te gaan. Het is nog moeilijk en ongemakkelijk om die stap te zetten, maar eens ik er ben, heb ik echt plezier en denk ik niet meer na over wat mensen denken. Zaterdag heb ik op een feest bijna mijn hele school terug gezien. Dat is echt een uitlaatklep.” 

Wat na het Zeepreventorium?  

Evie: “Het is pas na het Zeepreventorium dat het echte werk begint. Obesitas is een chronische ziekte, en daar maakt herval deel van uit. We proberen jongeren daar ook heel goed op voor te bereiden. Wat je hier geleerd hebt, moet je dan gaan toepassen in je eigen omgeving.” 

Nore: “Ik zie het wel zitten om terug naar huis te gaan, maar ik heb ook stress om terug in oude gewoontes te hervallen.” 

Evie: “Daarom werken we ook samen met hulpverleners in de eigen omgeving. Het is superbelangrijk dat de jongeren iemand hebben die ze vertrouwen. We bieden zelf trouwens ook nog drie jaar lang nazorg aan.”   

Nore: “En als ik het moeilijk heb, kan ik ook altijd terecht bij de vrienden die ik hier gemaakt heb. Wij horen elkaar nog regelmatig.” 

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.