Snoezelhonden bij dementie

ryan-reinoso-eEJBW5w416o-unsplash

Een hond kan soms wat wij niet kunnen 

“Bij ons in het woonzorgcentrum woonde een vrouw die helemaal niks zei; ze zat altijd in haar eigen wereld en het was zeer moeilijk om contact met haar te leggen. Ik wandelde voorzichtig met de snoezelhond naar haar toe, maar ze zei niks, ze reageerde niet. “Kijk”, zei ik, “je mag de hond een koekje geven.” Ik gaf haar het koekje, de hond ging met z’n twee voorpoten op haar knieën staan en wachtte geduldig afEerst deed ze niks, maar toen bewoog haar handgaf ze het koekje aan de hond en voor het eerst zei ze iets: “Mooi, mooi”. Vanaf dat moment bloeide ze elke keer een klein beetje open wanneer de hond in het woonzorgcentrum langskwam. Ze glimlachte wanneer hij binnenkwam, begon soms uit zichzelf iets te vertellen en kwam dankzij hem op die momenten echt uit haar isolement.” 

“Dat is absoluut één van m’n mooiste herinneringen aan de snoezelhond die in ons woonzorgcentrum (WZC) langskomt”, geeft Anita Paelinckx aan. Ze is animator in ZNA Joostens, een WZC dat zich uitsluitend richt op personen met dementie. “Zo’n vier à vijf jaar geleden zijn wij met dit project begonnen en sindsdien komt er ongeveer om de twee weken een vaste snoezelhond bij ons langs. Het is ongelooflijk om te zien hoeveel dit betekent voor onze bewoners.” 

Opleiding tot snoezelhond  

“Een dier kan op heel veel verschillende momenten iets betekeken voor mensen én voor hun levenskwaliteit,” zegt Inge Pauwels. Ze is experte in dierengedrag en geeft opleidingen en trainingen bij Therapiedier vzw, een organisatie die heel wat verschillende diersoorten opleidt tot therapiedier. Katten, alpaca’s, papegaaien,…  maar toch vooral honden (zo’n 85% – 90%), volgen deze trainingen. 

“Je hebt twee verschillende soorten therapiedieren: actieve en passieve. Actieve therapiedieren hebben een eigenaar die naar plekken gaat waar het dier ingezet wordt als therapiedier. Zo zal een actief therapiedier samen met de eigenaar naar een woonzorgcentrum gaan, om daar een namiddag door te brengen met de bewoners; dit vaak ook onder begeleiding van de animator van het WZC. Een passief therapiedier daarentegen, is een dier dat wordt opgeleid om daarna bij iemand te verblijven die hulpbehoevend is.” 

Elke opleiding bij Therapiedier vzw, is een opleiding op maat, waarbij samen met de eigenaar gekeken wordt naar de problematiek, de behoeften en de verwachtingen. Er wordt een takenpakket opgesteld – dat zijn de zaken die het dier zal aanleren – en daarna begint de opleiding. Zo’n opleiding kan van een paar maanden tot twee jaar duren, al is de lengte vooral afhankelijk van de hoeveelheid tijd die de eigenaar zelf kan investeren in het oefenen met zijn dier. Eenmaal de opleiding volbracht is, krijgt het dier een verklaring van de dierenarts en ondergaat het een gedragtest.  

“We vinden het heel belangrijk dat onze dieren zo’n gedragtest afleggen”, geeft Stevie Pots aan. Ze is zelf trainer bij Therapiedier vzw én heeft daarnaast ook twee honden die als therapiedier ingezet worden. 

“Tijdens zo’n gedragtest wordt gekeken naar de manier waarop een hond omgaat met stressprikkels zoals geluiden, bewegingen en dominante handelingen die wij als mens stellen, maar die honden vaak niet zo leuk vinden. We kijken hoe de hond met al die zaken omgaat en zo kunnen we het gedrag testen en de risico’s inschatten.” 

Stevie Pots met honden

Opleiding voor de eigenaar 

Maar ook als eigenaar krijg je bij Therapiedier vzw een opleiding, om het gedrag van je hond te leren lezen én te weten wanneer hij iets leuk of echt niet leuk vindt.” 

Stevie Pots: “Mijn ene hond zondert zich af en gaat weg uit de groep, wanneer ze iets niet fijn vindt, mijn andere hond wordt net heel apathisch wanneer het genoeg is geweest, dan ondergaat hij alles gewoon. Mocht ik ooit zien dat dit snel en veel te vaak gebeurt, dan stop ik ermee en ga ik niet meer op interventies in WZC en bij kinderen met hen. Ik doe dit ook omdat zij het leuk vinden en niet alleen voor mezelf. We mogen niet vergeten dat zo’n bezoeken ook heftig kunnen zijn voor het dier. Een hele groep onbekende mensen die hen willen aaien, dat kan indrukwekkend zijn, dus moeten we altijd rekening met hen houden.” 


“De allereerste keer dat ik in het woonzorgcentrum kwam met mijn hond Alyss, wist ik niet goed wat ik moest verwachten. Ik was nog niet helemaal binnen, of de bewoners die van honden hielden, kwamen onmiddellijk naar ons toe. Er was zoveel liefde voor mijn hond dat dat voor ons allebei overweldigend was.” 

Alyss

De impact van een snoezelhond  
Peggy Poels is sinds een tweetal jaren vrijwilliger in ZNA Joostens. Om de twee weken komt ze langs met haar Border Collie Alyss. “Ik leerde dit initiatief kennen via het werk en voelde onmiddellijk dat dit iets was waar ik met veel plezier tijd in zou steken. De eerste bezoeken aan het WZC waren wat onwennig, voor mij en mijn hond; Alyss moest wennen aan zoveel nieuwe mensen en ik wist in het begin ook niet goed wat ik kon verwachten. Maar het ging steeds beter, waardoor we nu tweewekelijks langsgaan. En als ik zie wat voor impact onze bezoekjes hebben op de bewoners, dan vind ik dit echt een fantastisch initiatief!” 

“Een snoezelhond zorgt voor afleiding en een ontspannen sfeer, mensen komen uit hun isolement, beginnen te lachen en spontaan te praten met die hond. Daarnaast komen er ook nieuwe gespreksonderwerpen voort uit zo’n bezoek.”

Anita Paelincx: “Het klopt dat we zien dat een snoezelhond een impact heeft op onze bewoners. Zo’n dier zorgt voor afleiding en een ontspannen sfeer, mensen komen uit hun isolement, beginnen te lachen en spontaan te praten met die hond. Daarnaast komen er ook nieuwe gespreksonderwerpen voort uit zo’n bezoek: onze bewoners halen herinneringen op en vaak vertellen ze ons dat ze zelf nog een hond of ander huisdier hebben gehad. Maar dat niet alleen: de hond blijft vaak nog een half uur tot een uur zijn bezoek, hét gespreksonderwerp bij uitstek van onze bewoners.” 

 
“Dat vind ik persoonlijk het allermooiste deel van die bezoeken aan een woonzorgcentrum”, geeft Stevie Pots aan. “De lach op mensen hun gezicht, weten dat zij een fijne namiddag gehad hebben en dat ze hebben genoten van het bezoek van mijn honden. Mensen die in een woonzorgcentrum verblijven, zitten – zeker nu – vaak tussen vier muren. Het is mooi dat ik voor zo’n impact kan zorgen samen met mijn honden; het geluk zit écht in de kleine dingen.” 

Naast het feit dat het bezoek van een hond ervoor zorgt dat mensen uit hun isolement komen en terug beginnen praten, zorgt zo’n dier er ook voor dat bewoners meer in beweging komen. Ze willen de hond kunnen aaien en met hem spelen en zo onstaat er een wisselwerking tussen hen en het therapiedier. Ook mensen die qua mobiliteit zeer beperkt zijn, bewegen automatisch terug een beetje meer. Ze zien welke beweging ze moeten maken om de hond een bepaald commando uit te laten voeren en willen dat dan zelf ook doen. Daarnaast is het ook echt fijn dat activiteiten met zo’n snoezelhond zowel binnen als buiten kunnen, er zijn heel wat mogelijkheden. 

“Er was een vrouw in ons woonzorgcentrum die haar hondje had moeten achterlaten toen ze bij ons kwam wonen en daardoor had ze veel verdriet. Onze snoezelhond heeft voor haar enorm veel betekend. Ze kon haar emoties kwijt en keek elke keer reikhalzend uit naar de komst van die hond. Alsof de leegte en eenzaamheid die ze voelde, op die manier toch een beetje opgevangen kon worden. Een hond kan soms dingen die wij niet kunnen.” 


Wil je meer informatie? 

Heeft jouw zorgorganisatie interesse in therapiedieren en wil je wat meer informatie of een bezoek inplannen? Dan kan je contact opnemen met info@therapiedier.be.  

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

REACTIES

Trending

Infuus nieuwsbrief

Straffe verhalen van, door en voor zorgprofessionals – maandelijks in jouw mailbox afgeleverd.